Inleiding
Sinds 1 oktober 2022 is het is voor overheidsinstanties mogelijk om onderling en met het Landelijk Bureau Bibob (LBB) informatie uit te wisselen over het gevaar van misbruik van bijvoorbeeld een vergunning.
Het uitwisselen van deze informatie gebeurt via het Bibob-register, een online register waarin overheidsinstanties en het LBB gevaarsconclusies en meldingen van terugtrekkingen registreren. Dit register is na autorisatie beschikbaar in het Informatieportaal van Justid.
Toegang aanvragen
Medewerkers van overheidsinstanties die op grond van de Wet Bibob bevoegd zijn om onderzoek te doen, kunnen autorisatie aanvragen voor het Bibob-register. Stuur een e-mail naar bibob-register@justis.nl met de volgende gegevens:
- Voornamen en achternaam
- (persoonsgebonden) E-mailadres
- (mobiele) Telefoonnummer
- Naam overheidsinstantie
Deze gegevens stuurt het LBB door naar Justid. Als u na 1 oktober 2022 autorisatie aanvraagt, dan is de autorisatie binnen uiterlijk vijf werkdagen geregeld. Daarna is het Bibob-register in het Informatieportaal van Justid beschikbaar. Met Justid zijn afspraken gemaakt over de verwerking van uw persoonsgegevens. Meer algemene informatie vindt u in de privacyverklaring van Justis.
Let op: voor toegang tot het Bibob-register heeft u eHerkenning met eHerkenningsniveau 3 (EH3) nodig. Heeft u dit nog niet? Vraag dit dan eerst aan bij uw eHerkenningsleverancier. Geef daarbij aan dat het om de machtiging Informatieportaal van Justid gaat.
Toegang intrekken
Heeft een geautoriseerde medewerker geen toegang meer nodig tot het Bibob-register, bijvoorbeeld omdat die uit dienst gaat of andere werkzaamheden gaat doen? Stuur dan een e-mail naar bibob-register@justis.nl en geef daarbij aan van welke medewerker de toegang kan worden ingetrokken.
Informatie registreren en opvragen in het Bibob-register
In het register kunnen overheidsinstanties en het LBB informatie over Bibob-onderzoeken registreren en opvragen. Het uitwisselen van deze informatie helpt de informatiepositie bij het doen van eigen Bibob-onderzoek te verstevigen en op die manier misbruik te voorkomen. Op grond van artikel 11a gaat het om informatie over:
- De betrokkene en personen uit het zakelijk netwerk van de betrokkene waarop de gevaarsconclusies (mede) zijn gebaseerd, waaronder ook vermogensverschaffers en bepaalde in de wet aangewezen gevallen van een zakelijk samenwerkingsverband (zie artikel 11a, eerste lid onder a t/m f Wet Bibob);
- Gevaarsconclusies op grond van het eigen Bibob-onderzoek door overheidsinstanties (deze worden zonder tussenkomst van het LBB geregistreerd) of op grond van een advies van het LBB; en
- Meldingen van terugtrekkingen over de betrokkene uit de procedure nadat een eigen onderzoek is gestart of nadat advies is gevraagd aan het LBB (artikel 7a, lid 8 Wet Bibob).
Het LBB is eigenaar van het register en fungeert als centraal punt. Het LBB registreert de gevaarsconclusies uit de door het LBB uitgebrachte Bibob-adviezen en verstrekt desgevraagd uittreksels uit het Bibob-register aan overheidsinstanties. Overheidsinstanties krijgen toegang tot het register om de eigen gevaarsconclusies en meldingen terugtrekking te registreren, raadplegen en te corrigeren. Hiertoe zijn bestuursorganen als gevolg van artikel 7a van de Wet Bibob verplicht. Zij kunnen niet zelf in het register zoeken, uitgezonderd de eigen registraties.
Via het register kunnen overheidsinstanties bij het LBB opvragen of er door andere overheidsinstanties of door het LBB in de afgelopen vijf jaar gevaarsconclusies zijn getrokken, dan wel een melding terugtrekking is geregistreerd, over subjecten waar zij een eigen onderzoek naar doen. Als dat het geval is, krijgen zij van het LBB een uittreksel uit het Bibob-register met daarop de volgende informatie:
- de identiteit van de betrokkene en van het subject dat heeft bijgedragen aan de gevaarsconclusie;
- de mate van gevaar (ernstig gevaar of een mindere mate van gevaar) die in het Bibob-register is geregistreerd en op welke grond tot deze gevaarsconclusie is gekomen (A-grond, B-grond, artikel 4 lid 1 of artikel 4 lid 2);
- de beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie in het kader waarvan het Bibob-advies is uitgebracht dan wel het eigen onderzoek is verricht;
- de overheidsinstantie die het advies van het LBB heeft ontvangen of het eigen onderzoek heeft verricht waarop de gevaarsconclusie is gebaseerd; en
- of de betrokkene zich in de afgelopen vijf jaar heeft teruggetrokken uit een procedure vanwege het toepassen van de Wet Bibob.
Via het register wordt het uittreksel ook weer aan de bevragende overheidsorganisatie verstrekt. Desgewenst kunnen overheidsinstanties daarna direct bij de betrokken overheidsinstantie meer informatie opvragen. Het register geeft dus een indicatie, waarna overheidsinstanties voor verdere informatie contact met elkaar zoeken. Op grond van artikel 28 tweede lid onder m, is het overheidsinstanties toegestaan om in dit kader onder bepaalde voorwaarden informatie uit een eigen onderzoek of een Bibob-advies te delen met een andere overheidsinstantie.
Wanneer registreert u niet?
Wanneer een overheidsinstantie een gevaarsconclusie uit een Bibob-advies niet overneemt bij het nemen van de beslissing, hoeft de overheidsinstantie hiervan geen registratie te doen in het register of het LBB hierover te informeren. Het LBB heeft de gevaarsconclusie geregistreerd en deze blijft een belangrijke indicator voor andere overheidsinstanties. Voor actuele informatie kunnen overheidsinstanties informatie bij elkaar opvragen.
Registratie corrigeren of verwijderen
Wanneer een gevaarsconclusie uit een Bibob-advies moet worden gecorrigeerd of verwijderd na een gevoerde bezwaarprocedure of rechterlijke uitspraak, én de verantwoordelijke overheidsinstantie vraagt naar aanleiding hiervan géén aanvullend advies aan bij het LBB, dan wordt de overheidsinstantie gevraagd het LBB direct over de correctie te informeren via bibob-register@justis.nl. Correcties of verwijderingen van eigen registraties kunt u zelf doorvoeren in het register.
Handleiding Bibob-register
Bekijk voor een uitleg over het registreren en opvragen van informatie in het Bibob-register de meest recente versie van de handleiding Bibob-register.
Bibob-relaties
Informatie kan worden verstrekt en onderling gedeeld over onderstaande Bibob-relaties:
- de betrokkene;
- de leidinggevende van de betrokkene;
- de zeggenschaphebbende over de betrokkene;
- de vermogensverschaffer van de betrokkene;
- degene die als leidinggevende, beheerder, bedrijfsleider of vervoersmanager is of zal worden vermeld op de beschikking die is aangevraagd of is gegeven; en
- degene die redelijkerwijs met betrokkene gelijk kan worden gesteld op grond van zijn feitelijke invloed op de betrokkene. Hieronder wordt de ‘achterman’ uit een stromanconstructie verstaan, waardoor ook een effectieve informatieverschaffing over een stromanconstructie mogelijk is. Dit zijn dezelfde Bibob-relaties als waarover bestuursorganen justitiële gegevens kunnen raadplegen sinds inwerkingtreding van de wijziging Wet Bibob eerste tranche en het daarbij gewijzigde Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens.
Gevaarsconclusies
In het Bibob-register staan de gevaarsconclusies per grond geëxpliciteerd. Het voordeel hiervan is dat overheidsinstanties die deze informatie opvragen een beter beeld krijgen van het soort gevaarsconclusie.
Er kunnen vier conclusies worden geregistreerd in het register:
- A-grond (artikel 3, eerste lid onderdeel a);
- B-grond (artikel 3, eerste lid onderdeel b);
- Artikel 4, eerste lid;
- Artikel 4, tweede lid.
Artikel 4
Wanneer de betrokkene geen of onvoldoende informatie heeft geleverd en naar aanleiding daarvan een ernstig gevaar is gemotiveerd, wordt dat ook als conclusie geregistreerd. Dit sluit aan bij de gedachte van het voorgestelde artikel 11a, derde lid. Ook wanneer de betrokkene de gestelde vragen niet beantwoordt kan de gevaarsconclusie ernstig gevaar worden getrokken, zowel door een overheidsinstantie als door het LBB.
Meldingen van terugtrekkingen
Het komt voor dat degene die een beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie aanvraagt en onderwerp van een Bibob-onderzoek wordt, zich terugtrekt uit de procedure vanwege een strafrechtelijk of bestuursrechtelijk verleden. Wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat de betrokkene zich heeft teruggetrokken uit de procedure vanwege het toepassen van de Wet Bibob registreert een overheidsinstantie in het Bibob-register een melding van terugtrekking. Hiertoe is het verplicht.
Wanneer is er sprake van een redelijk vermoeden?
Wanneer sprake kan zijn van een redelijk vermoeden dat de terugtrekking te maken heeft met het Bibob-onderzoek, valt af te leiden uit artikel 7a, achtste lid. Het Bibob-onderzoek moet in ieder geval gestart zijn, of dat advies moet zijn aangevraagd bij het LBB. Voorbeelden van deze situaties zijn gevallen waarbij de betrokkene:
- de aanvraag terugtrekt na het ontvangen van een notificatiebrief;
- de aanvraag terugtrekt na het ontvangen van een voornemen tot weigering op basis van Bibob-gronden;
- de aanvraag terugtrekt of de onderneming uitschrijft bij de Kamer van Koophandel nadat aanvullende vragen in het kader van het Bibob-onderzoek gesteld zijn; of
- de aanvraag terugtrekt naar aanleiding van het verstrekte Bibob-vragenformulier, waarna een nieuwe, vrijwel identieke aanvraag door een andere betrokkene ingediend wordt (er kan dan sprake zijn van de zogenoemde ‘stromanconstructie’).
Het enkele feit dat een betrokkene zich terugtrekt uit de procedure hoeft echter geen aanleiding te vormen om gebruik te maken van de meldplicht.
Veelgestelde vragen
- Wie kan toegang krijgen tot het Bibob-register?
-
Medewerkers van overheidsinstanties die op grond van de Wet Bibob bevoegd zijn om gevaarsconclusies of meldingen van terugtrekkingen te registreren kunnen toegang krijgen tot het Bibob-register. Dit doen zij door autorisatie aan te vragen.
- Hoe krijg ik toegang tot het Bibob-register?
-
Als u een medewerker van een overheidsinstantie bent die op grond van de Wet Bibob bevoegd is om gevaarsconclusies of meldingen van terugtrekkingen te registreren kunt u toegang krijgen tot het Bibob-register.
Stuur een e-mail naar bibob-register@justis.nl met de volgende gegevens:
- Voornamen en achternaam
- (persoonsgebonden) E-mailadres
- (mobiele) Telefoonnummer
- Naam overheidsinstantie
Voorwaarde is wel dat u eHerkenning heeft om met het informatieportaal van Justid te kunnen werken.
- Hoe vraag ik eHerkenning aan voor het Bibob-register?
-
Op de pagina over eHerkenning vindt u meer informatie. U heeft eHerkenningsniveau 3 (EH3) nodig. Bij het aanvragen van eHerkenning bij uw eHerkenningsleverancier, geeft u aan dat het om de machtiging Informatieportaal van Justid gaat.
U hoeft niet te wachten met het aanvragen van toegang voor het Bibob-register vóórdat u eHerkenning heeft geregeld.
- Wanneer krijg ik toegang tot het Bibob-register?
-
Uw aanvraag voor autorisatie wordt doorgezet naar Justid en daarna binnen maximaal 5 werkdagen verwerkt. Daarna kunt u via het informatieportaal van Justid het Bibob-register openen door te klikken op de tegel van het register.
- Krijg ik een account en wachtwoord om toegang te krijgen tot het Bibob-register?
-
Nee, u krijgt geen account of wachtwoord. Als de toegang is aangevraagd en Justid de autorisatie heeft geregeld, wordt het Bibob-register voor u beschikbaar op het informatieportaal van Justid. Bekijk hier wanneer u toegang krijgt.
Voorwaarde is wel dat u eHerkenning heeft om met het informatieportaal van Justid te kunnen werken.
Contact opnemen met de Bibob helpdesk?
Overheden kunnen via de helpdesk van het LBB vragen stellen over de toepassing van de Wet Bibob of over het Bibob-register.
+31 88 - 998 22 50