Introductie
Een risicomelding omvat een beschrijving van het geconstateerde risico, inclusief de indicatoren en broninformatie waarop deze risicoanalyse is gebaseerd. Er zijn twee soorten risicomeldingen: proactieve risicomeldingen en risicomeldingen op verzoek.
Proactieve risicomeldingen
Justis analyseert op vastgestelde momenten (bijvoorbeeld bij de oprichting van het bedrijf of een bestuurswisseling) de gegevens van bedrijven, hun bestuurders, aandeelhouders en hun directe omgeving. De eerste fase van deze analyse gebeurt automatisch via een systeem. Het systeem kijkt of er in het verleden relevante strafrechtelijke feiten zijn geweest en/of er betrokkenheid was bij faillissementen.
Lees meer over proactieve risicomeldingen
Risicomeldingen op verzoek
Instanties die risicomeldingen ontvangen (zoals de politie en de Belastingdienst), kunnen zelf ook om een risicomelding vragen. Ze kunnen bij Justis bijvoorbeeld vragen om een risicomelding voor een (netwerk rondom een) bedrijf waar zij zelf al onderzoek naar doen. Dit is een risicomelding op verzoek.
Lees meer over risicomeldingen op verzoek
Wie mag een risicomelding aanvragen of ontvangen?
Als Justis in een van deze gevallen ziet dat er een verhoogd risico is, dan krijgen de handhavende of toezichthoudende instantie die van toepassing zijn, een melding daarvan. Zij kunnen zelf ook om een risicomelding vragen (zie hierboven). Dit zijn onder andere de Nationale Politie, de Belastingdienst, FIU-Nederland, Inspectie SZW, Bijzondere opsporingsdiensten en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Hoe verloopt een risicomelding? (infographic)
-
Uitgeschreven tekst infographic risicomelding
-
-
Het proces start met een oprichting of wijziging van de gegevens van een rechtspersoon in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel of een verzoek om een risicomelding van een van onze afnemers.
-
De eerste fase van deze analyse vindt geautomatiseerd plaats aan de hand van een beperkt aantal bronnen. De bronnen die worden geraadpleegd zijn de Kamer van Koophandel, het Justitieel Documentatiesysteem, de Basisregistratie Personen en het Centraal Insolventieregister).
Het systeem bepaalt of er op basis van deze bronnen - t.a.v. de rechtspersoon of het netwerk aan personen en bedrijven erom heen - sprake is van een verhoogd risico op misbruik. Dit wordt gebaseerd op relevante antecedenten, betrokkenheid bij faillissementen en/of ontbindingen en/of andere indicatoren (zoals risicobranches, betrokkenheid van buitenlandse (rechts) personen of ongebruikelijke netwerkstructuren). Als uit de automatische analyse geen verhoogd risico blijkt, worden alle gegevens zo spoedig mogelijk gewist. -
Als uit de automatische analyse blijkt dat er wel sprake is van een potentieel verhoogd risico, volgt een tussentijdse risicomelding (uit het systeem). Daarop voeren analisten van Justis een handmatige analyse uit om te beoordelen of er daadwerkelijk sprake is van een verhoogd risico. De informatie voor de analyse komt onder andere van de Belastingdienst, de politie, RDW en Kadaster.
-
Op basis van deze gegevens en met behulp van de geconstateerde indicatoren, beoordeelt Justis of er een verhoogd risico bestaat op bijvoorbeeld witwassen of belastingfraude of andere fraude- of criminaliteitsvormen. Als uit de analyse blijkt dat er geen verhoogd risico is, worden alle gegevens zo spoedig mogelijk gewist.
-
Constateert Justis wel een verhoogd risico, dan wordt een risicomelding of netwerktekening opgesteld en afgegeven aan één of meerdere opsporende of toezichthoudende instantie, die verantwoordelijk is voor het tegengaan van dit risico.
De afnemers die een risicomelding van TRACK kunnen ontvangen of aanvragen zijn de AFM, Belastingdienst, DNB, Douane, FIU, KMAR, NVWA, Openbaar Ministerie, Politie, FIOD, NLA en ILT. Netwerktekeningen kunnen door organisaties met een publiekrechtelijke taak worden ontvangen en aangevraagd. -
Documenten
Heeft u een vraag?
Heeft u een vraag, opmerking of suggestie? Neem dan contact op met Justis
+31 88 - 998 22 88